Sprookjes in Therapie
Het vergrootglas op onaffe zaken
Werken met sprookjes en verhalen in therapie is een diepgaande doch milde werkvorm bedoeld voor cliënten vanaf 18 jaar.
Sprookjes behandelen universele menselijke problemen. Door de opbouw en de krachtige beelden van sprookjes en verhalen kunnen we ons eigen beelden in een groeiproces plaatsen. Beweging is het doel, en samen met de held of heldin kunnen we dit gaan doen. Hoop is hierin ons perspectief. Ook laat het sprookje ons zien hoe menselijke ontwikkeling sterker is dan verleiding, betovering of beproeving. Door de symbolische taal sluit het aan op de problemen in ieder ontwikkelingsfase.
De weg naar het licht gaat door de schaduw heen
Belangrijk bij deze werkvorm is dat er altijd eerst biografie wordt uitgewerkt. Je leven zoals dat nu is met de pijn en blokkades die je nu ervaart en die naar de schaduw zijn verdrongen.
Een probleem al wel weten is het makkelijkste stuk maar het in beweging brengen is een stuk lastiger, daar is moed voor nodig. Het onbewuste geeft problemen op maat, je krijgt nooit meer dan je aan kan.
7 belangrijke lessen uit het sprookje:
Les 1: Trek de wijde wereld in, het leven is een reis de diepte in.
Les 2: Het leven geeft ons soms onmogelijke opdrachten, maar er komt hulp uit onverwachte hoek.
Les 3: Heb aandacht voor het kleine en leef geaard in contact met de natuur.
Les 4: Wie goed doet, goed ontmoet.
Les 5: Kom in actie, wend je levenskracht aan.
les 6: Pas na lijden en louteren vinden we ons ware aard.
Les 7: Eind goed, al goed, de ziel is gegroeid hoe de ervaring ook is geweest.